September-oktober 2000 / Jeanne Gilbert

“Als liefde geduldig is, wat is dan ongeduld?” De afscheidsgedachte van dit hoofdartikel raakte mij diep in het hart. Op dat moment zag ik dat elke keer dat ik ongeduldig was met mijn kinderen, ik deed alsof ik ze haatte. Deze indruk was niet degene die ik wilde achterlaten!

Natuurlijk had ik de definitie van liefde uit 1 Korintiërs 13 al vele malen gelezen. Ik had het zelfs op een muurplaat. Maar het had altijd een onmogelijk doel geleken, een ideaal waar ik wel naar zou kunnen streven, maar dat ik onmogelijk zou kunnen verwezenlijken. Als iets zo onbereikbaar lijkt, verdwijnt de motivatie om het te proberen snel.

Ik pakte mijn Bijbel en las de definitie opnieuw. Vervolgens heb ik haat omgezet in liefde, zodat er stond: ‘Haat is ongeduldig, haat is onvriendelijk. Haat benijdt, haat schept op, haat is trots. Haat is onbeleefd, haat is zelfzuchtig, haat kan gemakkelijk boos worden, en haat houdt fouten bij. Haat schept behagen in het kwaad, maar verheugt zich niet in de waarheid. Haat beschermt nooit, vertrouwt nooit, hoopt nooit en houdt nooit stand. Haat mislukt altijd.”

De kracht van het op deze manier lezen van het vers overtuigde mij daarvan elke keer Als ik een van deze dingen doe, druk ik haat uit. Elke keer dat ik snel boos word door een kinderachtige fout, heeft mijn kind het gevoel dat ik hem haat. Als je het op een positieve manier leest, is het te gemakkelijk om het er gewoon mee eens te zijn: “Liefde is niet egoïstisch? Ik ben niet egoïstisch. Als dat zo was, zou ik geen thuisonderwijs geven!” Maar als ik zeg: ‘Haat is egoïstisch’, denk ik onmiddellijk aan de keren dat ik net was gaan zitten om te ontspannen met een kopje thee toen een kind plotseling mijn aandacht nodig had. Wat was mijn reactie? Kreun ik? Mompelde ik: 'Ik ging gewoon zitten! Ik ben er zo, en kom dan tien minuten later daadwerkelijk of helemaal niet?” Of heb ik mezelf eraan herinnerd dat haat ongeduldig, onvriendelijk, zelfzuchtig en gemakkelijk boos is, en heb ik deze mogelijke reacties eruit gefilterd?

Drie of vier maanden lang las ik dit vers, zowel positief als negatief, elke ochtend bij het ontbijt. Ik moest! Door dit proces werd ik me scherp bewust van de keren dat ik het doel miste. Als het gerechtvaardigd was, zou ik mijn kind snel om vergeving vragen en hem een knuffel en kus geven, zodat hij een fysieke herinnering aan mijn liefde zou hebben. Sterker nog, ik heb nu een concreter beeld van wat liefde wel en niet is, wat mij heeft geholpen de grootsheid van Gods liefde voor mij te begrijpen. Waar ik nu echt toe in staat ben, is Gods liefde aan mijn kinderen tonen.

Ik wist dat ik laatst een lange weg had afgelegd toen mijn zoon zei: ‘Ik bewonder je, mam.’ Verbaasd vroeg ik waarom. 'Omdat je gisteravond zo weinig hebt geslapen en je gewoon op de bank bent gaan zitten om te ontspannen toen Gabrielle je vroeg haar boek voor te lezen. Toch liet je het lijken alsof dat precies was wat je wilde doen!”

Echt van mijn kinderen houden lijkt nu niet alleen mogelijk; de motivatie is ingebouwd. Vers acht begint met: ‘Liefde faalt nooit.’ Hij zei het tegenovergestelde: ‘Haat mislukt altijd.’ Waarom zou ik handelen op een manier die gegarandeerd zal mislukken?”

Jeanne Gilbert woont in Graham met haar man, Roger, en haar drie kinderen in de leeftijd van tien, vier en één. Ze geven al drie jaar thuisonderwijs en creëren hun eigen katholiek leerplan.

nl_NLNederlands